Stoornis of 'een minder sterke eigenschap'?

ADD/ADHD is formeel een psychiatrische diagnose die aangeeft dat er sprake is van een neuro-biologische stoornis met verstrekkende gevolgen voor leren en zelfredzaamheid.
Het is beter en reeler het te zien als een beschrijving van een kind (klein en groot) die dermate snel afgeleid is dat het negatieve impact heeft op ontwikkelen, leren, voelen en gedrag. En dat er een goede reden is om er iets mee te doen.
Wat is een goede reden en wanneer is er een goede reden? Dat is niet zwart-wit aan te geven, maar indicaties zijn: forse leerachterstanden terwijl het cognitief potentieel aanwezig, of forse overcompensatie door inzet, forse impact op sociaal vlak of op het zelfvertrouwen/zelfbeeld.

Onderzoek geeft de kaders aan, geeft zicht op de schaakstukken die op het bord staan. Hoe dit te duiden en wat te doen, is altijd onderwerp van bespreking.

AD(H)D kind en jeugd

Van ADHD/ADD spreken we als er sprake is van dermate ernstige problemen met concentratie, planning en/of impulscontrole dat de ontwikkeling direct of indirect dreigt te stagneren. Snel afgeleid zijn, moeite om in actie te komen of in actie te blijven, niet alert zijn op wat gevraagd wordt, snel overprikkeld raken zijn vaak opvallend. Door een zeer korte aandachtsboog, door een hoge mate van afleidbaarheid worden prikkels of informatie niet adequaat opgenomen en is het erg lastig om efficiënt te reageren op wat gevraagd wordt. Bij kinderen gaat het natuurlijk ook om het maken van een onderscheid tussen wat een stoornis genoemd moet worden of een minder sterke eigenschap is. We willen aan de ene kant voorzichtig zijn met het benoemen van een stoornis, ook voor een kind, maar aan de andere kant een wezenlijk probleem niet ontkennen. Dit vraagt nauwkeurig observeren en uitgebreid bespreken met ouders.

Goed om te weten: er bestaat geen ADHD-test, een test die ADHD aantoont. In dat opzicht kun je ook niet 'ADHD hebben'. ADHD is een beschrijvende diagnose, maar verklaart zelf niets. Het geeft een woord aan de combinatie van een sterke afleidgevoeligheid, de last die dit geeft voor ontwikkeling en gedrag en de noodzaak hier iets mee te doen. 

Opzet

Onderzoek bestaat uit een oudergesprek om de ontwikkeling en het huidige gedrag te bespreken. Voor het onderzoek plannen we 2 afspraken en indien mogelijk observeren we op school. Het onderzoek bestaat uit uitgebreid neuro-cognitief onderzoek van de verschillende functies die van belang zijn bij het verwerken van informatie: waarnemen, aandacht, werkgeheugen, begrip en inzicht, automatiseren, plannen en handelen. Hierbij maken we ook gebruik van de QB-test. Daarnaast kijken we naar de sociaal-emotionele ontwikkeling, de motoriek, het zelfbeeld.

Vervolg

Onderzoek vindt vaak plaats nadat er al enige tijd zorgen of vragen zijn over de ontwikkeling of het schoolse functioneren. Middels onderzoek probeer je zicht te krijgen op de vraag of er sprake is van ernstige concentratieproblemen. Los van het antwoord op die vraag moet je daarna wel verder. Dat kan zijn met een training van aandacht, ouderbegeleiding, schoolkeuze of bijvoorbeeld medicatie. 

Disharmonisch IQ-profiel

Heel vaak vinden we bij onderzoek naar ADHD (grote) verschillen tussen de verbale en de performale capaciteiten. Of tussen de ruime kennis waarover een kind beschikt, maar grote moeite om bijvoorbeeld het werkgeheugen aan te spreken. Heel vaak gaat een dergelijk profiel samen met de kenmerken van AD(H)D. Sterker nog, ze vormen de basis hiervan. 

Kennis van het neurocognitief profiel vergroot voor ouders, leerkracht en kind dus het inzicht in het gedrag van een kind. Daarom voeren we altijd een neurocognitief-onderzoek uit.